Winterharde Fuchsia’s.

Het idee ontstond in 1985.

Door: Hans van Aspert  veredelaar.

 Anton Bremer kwam met het idee om bezoekers van de voorjaars vergadering een enquêteformulier mee te geven om hun ervaringen op te schrijven welke fuchsia’s bij hun in de tui  winterhard waren, 1/3  van de formulieren kwamen ingevuld terug, waarin duidelijk werd dat F.magelanica, F. regia en F. procumbens goed winterhard zijn.

De Uitgebreide Technische Commissie, UTC, wilden toen een proefveld om fuchsia’s uit te testen op winterhardheid, het liefst in het oosten van het land.

In 1986 werd het proefveld  opgestart bij Kwekerij Overhagen in Velp, onder leiding van Gerrit van Veen.

Er werden toen een honderdtal planten aangeplant, 3 per soort, het eerste beproevings jaar stonden er ongeveer een 60 soorten. Op het laats stonden er ongeveer 300 soorten.

In 1989 ontstond het probleem dat de planten afstierven. Via de plantenziektekundige dienst uit Tiel kwamen we er achter dat er een schimmel, Verticillium Dahliae, in de grond zat die niet te bestrijden was.

De ziekte verwelkingziekte, Verticillium Dahliae kan voor komen op gronden waar aardappels Dahlia’s of aardbeien hebben gestaan. De dienst adviseerde om met de proef te stoppen. 

De ziekte is makkelijk te herkennen, een gedeelte van de plant sterft af, de bladeren grijsgroen, drogen uit maar blijven hangen aan de plant.

De heer Buurman van de Kwekerij kwam op het idee om op een andere plek van de kwekerij verder te gaan, zijn tractor werd ontsmet en een Aspergeveld werd omgeploegd, dit werd het tweede proefveld. Als voorzorg werden al de planten in gaten gezet van 40 x40x40 cm, gevuld met potgrond. Ook werden alle oude planten die nog geen ziekte vertoonde opgegraven en uit gespoeld, dit was een succes, er is toen nog maar een plant dood gegaan, tevens werden er toen maar twee planten per soort aan geplant.

Normen en eigenschappen.

In de tijd van de proeftuin waren er twee norm winters, 1986-1987, met  37 vorstdagen en 26 ijsdagen, de laagste temperatuur was -21 graden maar er was wel een sneeuwdek.  En 1990-1991, met  41 vorstdagen en 11 ijsdagen de laagste temperatuur was -18 graden, maar geen sneeuwdek.

In het begin werden de planten afgedekt met beukenblad maar dit waaide weg , latere jaren werd er geen afdekking meer toegepast, het is ook vast gesteld dat planten die dood gingen eerder last hadden van natte voet , wortelrot, dan van vorst.

Aanplant  en verzorging.

De grondsoort op de kwekerij Overhagen is een mengsel van zand en klei, aangevuld met potgrond, dit bleek later de ideale grondsoort. Zandgrond aangevuld met potgrond is ook goed. Maar  kleigrond is een ander verhaal, het eerste jaar doen de planten het goed, maar dan begint de klei in te klinken, er komt dan geen lucht meer bij de wortels en de planten, deze rotten weg door te veel vocht en de planten sterven af.

 Wat ook naar voren kwam is dat de planten het besten doen in de volle zon., Is dit niet mogelijk, dan in ieder geval ochtend zon, planten in de schaduw gaan dood of bloeien zeer laat, dit heeft te maken met opwarming van de grond in het voorjaar, met name de voet van de plant.

Gebruik planten die minimaal 12 maanden oud zijn, plant ze in bij voorkeur half tot eind mei, maar later is ook mogelijk tot uiterlijk eind augustus.

Plant de planten dieper als normale planten, het liefst in een kuiltje van 5 a 10 cm diep en 30cm rond, zorg er welvoor dat dit kuiltje aan het eind van het jaar opgevuld is met grond, het is de bedoeling dat de planten uitlopen op de takdelen die dan onder de grond zitten. Toppen is niet nodig.

Mesten.

Pas op met mesten, de planten groeien in de volle grond beter als in potten en mesten is pas nodig als het blad lichter van kleur wordt en de groei afneemt, anders krijgt u planten die groot worden en slecht bloeien. Ook is gebleken dat ziektes mindervaak voorkomen, vermoedelijk omdat er meer mineralen in de grond zit als bij potgrond.

Bloei.

Wat uit de proef  is gebleken dat de planten vroeger bloeien als in potten, maar ook langer. De bloei begint bij een redelijk tot goed voorjaar al eind mei., als de vorst niet te erg is, onder de -3 graden staan ze in november nog in de bloei.

Snoeien.

Snoei in geen geval in de herfst of winter, snoei pas eind maart begin april, de takken zijn wind brekers  en helpen de plant de winter door te komen. Ook als er geen winter geweest is  het aan te raden om de planten eind maart begin april tot op 10 cm van de grond te snoeien, zeker de grote soorten, het worden ander lelijke planten, kleine soorten zoals Tom Tump en Lady Tump kunnen wat minder gesnoeid worden, snoei in ieder geval de dode takken weg.

Soorten.

Bij kwekerij Van der Velden licht een showtuin en een sortiment van ongeveer 90 soorten. Ook kwekerij Zeelenberg zijn winterharde fuchsia’s  verkrijgbaar.

De groep uit die tijd heeft een persoonlijke top tien bepaald, en daar uit blijkt dat de besten soorten zijn: Annabel, Achievement, Beacon, Beacon Rosa, Bernisser Hardy, Cliff’s Hardy, Cloverdale Pearl, Coralina, Display, Flash, Flocon de Nege, Genii, Graf White, Isis, Komeet, Lena, Lidie Bartelink, Lotty Hobby, F.regia (Gerrit), F. magellanica tricolori, Mephisto, Papose, Rose of Castille Impr., Saturnus, Suzanne, Tom Tump, Lady Tump, Whiteknight’s Pearl. Gerrit van Veen, Jaspers Kameleon. Alle Magellanica soorten zijn winterhard.

Conclusie:

Makkelijk, geen gesleep met planten,  vroege en lange bloei, geen winter berging nodig, weinig tot geen water geven, weinig mest. Nadelen: geen kroonboompjes en Hangers.